zondag 13 november 2011

Boos hoofd

Ik heb een boos hoofd. Niet dat ik er trots op ben of er bijzonder genoegen aan beleef, en ook niet dat ik het als een last ervaar, maar soms moet je een feit even noemen.

Ik weet al mijn hele leven dat ik een boos hoofd heb en het heeft me nooit geschaad, al heeft het wel eens voor verwarring gezorgd. Zo kwam in de beginjaren van mijn kinderboekencarrière Peter Brouwers (Keubeke Kuusj) de winkel in gewandeld. Hij had zojuist zijn eerste prentenboek afgerond en dat zou binnenkort verschijnen. Hoe ik het zou vinden om het in de Boekenwurm te presenteren? Volgens Peter trok ik een tronie waar hij bang van werd om vervolgens heel rustig te zeggen: "Ja, dat lijkt me eigenlijk wel een heel goed idee."

Behalve door een mond met, in ontspannen toestand, omlaag hangende mondhoeken heb ik die boze blik vooral te danken aan mijn verticale rimpel, die zich al heel vroeg aankondigde. Als bewijs zal ik hier een paar foto's uit mijn vroegste jaren plaatsen, waar ik beslist niet boos was maar, hoe zal ik het zeggen, het leven maar over me heen liet komen.



Geen vrolijk kind zou je denken, al had ik wel het soort van schattigheid die in die tijd populair was, door de krullen denk ik.

Hoe kom ik daar nou op? Deze zaterdag was een vreemde dag. Een zware, want de Sint kwam aan, bij mij in de straat op het hoekje met de Maas, en ik weet dat ik dan bij goed weer nogal wat drukte kan verwachten. Ik was slecht voorbereid, want ik had de avond ervoor de leesclub op bezoek gehad waarbij we naar aanleiding van het Boek van Job het lijden besproken hadden. Dat was een beetje laat geworden, want van het lijden kom je op nogal wat. Maar verder was ik toch gewoon mijn eigen doorsnee blije ik-op-zaterdag. Maar het werd een rare dag met korte lontjes en lange tenen die me eigenlijk vooral op de lachspieren werkte.

Als ik alleen sta moet ik al mijn kleuterleidstertechnieken aanwenden om het overzicht te houden. Met andere woorden ogen op de rug, kijken met je oren en op tien plaatsen tegelijk aandacht geven. Eind van de middag: Terwijl ik sta af te rekenen, signaleer ik dat achter mij een jongetje in de leeshoek zit met een duur voetbalboek waarvan hij even tevoren heel beleefd de prijs heeft gevraagd en ik zie dat zijn zusje vrolijk neuriënd bij de peuterboeken rondloopt handje hierin, handje daarin. Hun moeder neust wat tussen de sinterklaasboeken naast de kassa. Ik vraag me af of ik de energie heb om er iets van te zeggen. Als ik weer haar kant opkijk staat ze me met een woeste blik volkomen verstild aan te kijken. Blijkbaar heeft ze in de gaten dat ik haar kinderen in de kijker heb.

Als ze vervolgens zwijgend haar dochtertje mijn koopwaar uit de handen begint te trekken (eindelijk) en haar mee neemt naar het podium waar haar zoontje zit te lezen loop ik er toch maar even heen. Had ik niet hoeven doen, maar mijn zin in ruzie was waarschijnlijk groter dan ik dacht. Ik hoef er ook verder helemaal niets voor te doen. "Ja, u staat met een boos hoofd naar mijn kind te kijken, dan ga ik hier weg." "Oh in godsnaam ja, flikker op," denk ik, "Ik ben moe, ik heb geen zin meer in zeikwijven zoals jij" Maar het jongetje vond ik aardig, dat helpt mijn zelfbeheersing enigszins op peil te houden. En ze gaat maar door: dat dit een kinderboekwinkel is en dat kinderen dus... Ik ga er nog op in, sufferd die ik ben, probeer het uit te leggen. Maar heb het inmiddels ook wel gehad, zoveel puf in heibel heb ik toch niet meer. Ik geef het op, dit is blijkbaar zo'n dag waarop tussen de vele koninklijke klanten een paar blote keizers lopen. En mijn hoofd wordt er met het verstrijken van de dag ook niet blijer op.

Al hoewel, vanbinnen voelt het prima. De leuke kanten van het werk hebben het dik gewonnen en al ontbreekt het mijn hoofd aan verleidelijke charmes om het boze te compenseren, ik heb vannacht prima geslapen in de wetenschap dat er vrouwen bestaan die nog lelijker boze hoofden hebben ;-)


Geen opmerkingen:

Een reactie posten